Ik ben nu precies 1 jaar bezig met wijncursussen en opleidingen. Je krijgt veel vragen en opmerkingen naar je hoofd geslingerd als je vertelt dat je je met wijn bezig houdt. Vragen als: “Dus jij weet wat goede wijn is?“, “Drink je ook wel eens niet?” (tenminste, als je vrouw bent, dan krijg je die vraag kennelijk) en “Jij drinkt nu natuurlijk alleen maar hele dure wijn.”.
Wat die laatste opmerking aangaat: Ja en nee.
Na een jaar met wijncursussen en mijn huidige opleiding heb ik in ieder geval geleerd dat “duur” een relatief begrip is. Bij mijn opleiding Gastronoom-Sommelier loop ik tussen de mensen die zonder blikken of blozen een fles van € 200,- open trekken. Heel eerlijk, daar verslik ik mij ook even van. Maar ik kan zelf erg genieten van een wijn van rond de € 20,- bijvoorbeeld.
Doe ik dat dan altijd? Nee. Meestal drink ik gewoon een huiswijn. Haal ik die in de supermarkt? Nooit en te nimmer. En dat hoef jij ook niet. Drie tips van uw wijnblogger:
1. Bedenk wat goedkoop is
Wat is jouw definitie voor goedkoop? Wil je echt niet meer dan € 3,50 voor een wijn uitgeven? Hou dan maar op met lezen. Echt. Ik zal je de hele berekening van de productie van wijn besparen, maar Karin Leeuwenhoek van Vinoblogie heeft daar een uitgebreid artikel over geschreven, voor als je echt geïnteresseerd bent. Kort gezegd kan een normale fles eigenlijk niet goedkoper zijn dan 5 euro en vanaf die prijs kun je echt hele leuke wijnen kopen. Ik koop zelf wijnen van rond de 6 euro per fles als huiswijn en daar zit ook wijn tussen die ook bij restaurants met een Michelinster geschonken wordt.
Onder de 5 euro vrees ik dat je iets anders drinkt dan wat we zuiver als “wijn” kunnen definiëren. Mijn uitgangspunt: Betaal iets meer, drink wat minder en geniet er meer van. Bekijk, wat de kosten voor wijn aangaat, ook eens de aflevering van De rekenkamer over wijn.
2. Vergeet de supermarkt, koop bij een wijnhandel
Ik heb al eens eerder geschreven: De supermarkt schuift met marges, de wijnhandelaar heeft iets te bewijzen. Ga naar een echte wijnhandel (nee, niet de slijter, sorry) en vertel de wijnhandelaar wat je lekker vindt en wat je budget is. Zij of hij kan je adviseren en samen kun je na een paar bezoekjes veel betere wijnen kiezen en drinken.
Om bij het onderwerp “betaalbaar” te blijven: vaak heeft een wijnhandelaar wel huiswijnen. Dit zijn betaalbare wijnen of wijnen die met een bepaalde korting worden gegeven. Mijn vaste wijnhandel, Albertus Wijnen, heeft bijvoorbeeld hele mooie huiswijnen. Uit dat deel van het assortiment kies ik meestal iets rond de € 6,50 per fles. Bij zes flessen krijg je de zesde fles gratis, dus betaal je nog maar € 5,42 per fles. Kassa!
Het gevolg wordt ook dat je daarna bij heel veel supermarktwijnen denkt: Ja, leuk, maar voor dit bedrag kan ik van [vul hier de naam van je wijnhandel in] een wijn te drinken die zóveel lekkerder is…
Laatste opmerking: Ik wil hiermee niet zeggen dat alle wijn bij alle supermarkten per definitie bagger is. Bij de wijnhandel heb je alleen grotere kans van slagen én ik ben een groot voorstander van inkopen bij de lokale middenstand slash detaillist. (Ik ben ook groot voorstander van het gebruik van het woord detaillist)
3. Investeer in wijnglazen
Ok, hier gaat het betaalbaar misschien even op de schop. Maar ach, dit is een langetermijnuitgave en dan telt het niet. 😉
Investeer. In. Wijnglazen.
Een goed glas doet wonderen voor je wijn. Dat hoeft niet direct Zalto te zijn of zo (Hoewel ik onlangs bij een Zalto Glass Tasting van de Vughtse Wijnkoperij was en ze zijn écht geweldig), maar gebruik in ieder geval een goed gevormd glas. En gooi die Duralex glazen onherroepelijk weg.
Drink wijn uit een glas dat op zijn minst een beetje taps toeloopt. Dit zorgt ervoor dat de geur van de wijn beter wordt vastgehouden en hierdoor smaakt de wijn gelijk veel beter. Zet een duralex glas en een echt wijnglas maar eens naast elkaar en vergelijk de wijn. Let eens op hoe de wijn ruikt en smaakt: Je merkt een wereld van verschil. Zo niet, gooi dat wijnglas dan óók maar weg.
